dicionário polonês - holandês

język polski - Nederlands, Vlaams

jej em holandês:

1. haar


Toen ik haar vroeg naar haar werk zei ze dat het te ingewikkeld was om daar kort iets over te kunnen zeggen.
U zou toch moeten weten dat je een dame niet naar haar leeftijd vraagt.
De minister van Volksgezondheid heeft vandaag verklaard dat haar ministerie sinds 2002 continu is gegroeid.
Omdat iedereen gewoonlijk houdt van een persoon die op hem gelijkt, hield deze moeder zielsveel van haar oudere dochter, terwijl ze een hartsgrondige afkeer had van de jongere.
Nou, zei de verkoopster, en wenkte Dima haar te volgen naar de kassa, "dat is dan 3.000.000,99."
Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.
Ik ken haar.
Herinnert gij u nog de voornaam van uw grootmoeder?- Neen, ik noemde haar altijd gewoon oma.
Raad eens wat ze gekregen hebben! Een bolhoed voor hem, en leren laarzen voor haar!
De prins, die zag dat er uit haar mond enkele parels en diamanten kwamen, vroeg haar hem te zeggen vanwaar dit kwam.
Zij is spraakzaam, maar haar echtgenoot is helemaal tegengesteld en spreekt nooit.
Moeder Teresa gebruikte het prijzengeld voor haar werk in India en over de wereld.
Dat klinkt interessant. Wat hebt ge haar verteld?
Zittend in haar fauteuil van panterpels las de jonge vrouw in rood ondergoed voor uit een boek met de titel "De zwarte prinses".
3 dagen na de dood blijven haar en nagels groeien, maar er komen minder telefoonoproepen.

Holandês palavra "jej"(haar) ocorre em conjuntos:

hoofdstuk 1A pierwsze 2 strony
Die in de aanbieding
słówka lekcja 1
Rozdział 2. /1
muszę to umieć