2.5 De mantelzorger (B1)

 0    21 fiche    w464jhbkjf
começar a aprender

baixar mp3 Imprimir jogar verifique-se
 
questão resposta
chroniczny
começar a aprender
chronisch
Mijn dochter is chronisch ziek. Zij heeft suikerziekte.
potrzebować
começar a aprender
behoefte hebben aan
Ik ga even naar buiten want ik heb behoefte aan frisse lucht.
łączą się z
começar a aprender
combineren (met)
De cursist combineert het leren van de Nederlandse taal met werken.
instancja
começar a aprender
de instantie
De gemeente is een instantie waar je je paspoort haalt.
umysłowo
começar a aprender
geestelijk
De jongen is geestelijk ziek: hij is depressief.
niezbędny
começar a aprender
noodzakelijk
Om een goede baan te krijgen is het noodzakelijk om Nederlands te leren.
wziąć pod uwagę
começar a aprender
rekening houden met
Ik houd rekening met de buren dus ik maak geen lawaai thuis.
opieka
começar a aprender
de zorg
Ik werk in de zorg. Ik ben verpleegkundige.
przystosować się do
começar a aprender
zich aanpassen aan
Als je chronisch ziek bent, dan moet je je leven aanpassen.
starsi
começar a aprender
de bejaarde
In het weekend gaat de bejaarde met zijn kleinkind naar de film.
finansowy
começar a aprender
financieel
De financiële zaken van het bedrijf gaan slecht.
pamięć
começar a aprender
het geheugen
De docent vergeet de namen van de cursisten. Zijn geheugen is slecht!
długotrwałe
começar a aprender
langdurig
De werknemer komt zes maanden niet werken want hij is langdurig ziek.
medyczny
começar a aprender
medisch
De man heeft een ongeluk gehad. Hij heeft medische hulp nodig.
pacjent
começar a aprender
de patiënt
De patiënt is ernstig ziek en moet lang in het ziekenhuis blijven.
praktyczny
começar a aprender
praktisch
Hij houdt niet van lezen. Hij wil liever praktisch bezig zijn.
wózek inwalidzki
começar a aprender
de rolstoel
Lisa heeft twee benen gebroken en zit nu in een rolstoel.
wzrost o)
começar a aprender
toenemen (met)
Het aantal toeristen in Nederland neemt toe. Daarom zijn er ook steeds meer hotels.
pocieszac kogos
começar a aprender
troosten
De kleuter is van zijn fietsje gevallen en zijn moeder troost hem.
dom opieki
começar a aprender
het verpleeghuis
Ik ga op bezoek bij mijn oma die in een verpleeghuis woont.
wolontariusz
começar a aprender
de vrijwilliger
In het buurthuis werken mensen in dienst en als vrijwilligers.
Criar flashcards
Nederlands, Vlaams

Você deve entrar para postar um comentário.