dicionário português - holandês

português - Nederlands, Vlaams

uma vez em holandês:

1. eens eens


Zeg eens "aaa".
Een wijze heeft eens gezegd "Als Esperanto een kunstmatige taal is, dan is mijn auto een kunstmatig paard".
U hebt al de hele ochtend over dit probleem nagedacht. Ga nu eerst maar eens lunchen.
Nee... zuchtte Dima. "Ik denk dat ik naar het verkeerde land gebeld heb. Laat ik de andere nummers in de 960 eens proberen."
Te veel kaderleden geven tegenwoordig geld uit dat ze niet verdiend hebben, om dingen te kopen die ze niet nodig hebben, om indruk te maken op mensen die ze niet eens graag zien.
Zou je eens niet een andere plaat willen opzetten? We luisteren al gedurende twee uren naar deze hier.
Vroeger, toen ik nog op turnen zat, heb ik ooit eens mijn enkel verstuikt toen ik alleen een flikflak probeerde te doen. Ik had dat nog nooit alleen gedaan, maar ik durfde geen hulp te vragen, omdat ik net in een nieuwe groep zat en nog niemand kende.
Dat is allemaal al eens eerder gebeurd, en het zal opnieuw gebeuren.
Raad eens wat ze gekregen hebben! Een bolhoed voor hem, en leren laarzen voor haar!
Als we maar eens ophielden met het proberen om gelukkig te zijn dan zouden we een zeer goed moment kunnen doorbrengen.
Ik krijg nooit eens de gelegenheid om ook wat in te brengen, want Emma maait steeds het gras voor mijn voeten weg.
Misschien moet ik ook maar eens wat zinnen zonder vertaling toevoegen. Zo kun je heel snel de rating van je taal verbeteren.
Toen hij zijn naam hoorde, stond de kruising tussen een teckel en een vuilnisbakkenras op van onder de werkbank, waar hij had liggen slapen op de houtkrullen, rekte zich eens lekker uit en rende achter zijn baasje aan.
Maar dat is belachelijk! protesteerde Dima. "Kopeken worden al tijden niet meer gebruikt! En 0,99 is niet eens een natuurlijk getal!"
Eens droomde Zhuangzi dat hij een vlinder was, maar toen hij wakker werd, was hij niet zeker of hij Zhuangzi was die gedroomd had een vlinder te zijn, of dat hij een vlinder was die nu droomde Zhuangzi te zijn.