dicionário português - holandês

português - Nederlands, Vlaams

ir em holandês:

1. ga ga


Soms ga ik lopend naar het werk en soms op de fiets, want ik woon heel dicht bij mijn werk.
Ga slapen.
Alstublieft mevrouw, ga uw gang!
Ga om met de anderen, zoals je wil dat de anderen met jou omgaan.
Drie kinderen grootbrengen én de kost verdienen is niet niks. Ga er maar aan staan als alleenstaande moeder!
Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.
Het is onvermijdelijk dat ik ooit een keer naar Frankrijk ga, ik weet alleen niet wanneer.
Alleen ga ik niet naar de cinema, want na de film wens ik die graag te bespreken met iemand.
Er kleven voor- en nadelen aan allebei je meningen, ik ga dus niet meteen besluiten welke te ondersteunen.
Vooraleer te gaan slapen in een hotel, ga eerst na waar de nooduitgang zich bevindt.
Als ge moe zijt, waarom gaat ge dan niet slapen? "Omdat, als ik nu ga slapen, ik te vroeg wakker ga worden."
Hoe vroeger ik 's nachts ga slapen, hoe vroeger ik 's morgens opsta.
Het heeft niks met mij te maken, staat gelijk aan dat ik hier niet hoef te zijn. Daarom ga ik hier weg, ongeacht wat er gezegd zal worden.
Waarom ga je niet gewoon naar die meneer toe en vraag je het hem? Hij zal je heus niet opeten.
U hebt al de hele ochtend over dit probleem nagedacht. Ga nu eerst maar eens lunchen.