dicionário polonês - holandês

język polski - Nederlands, Vlaams

zmniejszać się em holandês:

1. afnemen afnemen


Dit medicament zal uw hoofdpijn doen afnemen.
de koorts neemt af; iemand zijn geld afnemen; stof afnemen

Holandês palavra "zmniejszać się"(afnemen) ocorre em conjuntos:

Nederlanders leven gezonder

2. verminderen verminderen


De inflatie is aan het verminderen.
Ik moet mijn uitgaven verminderen deze maand.

Holandês palavra "zmniejszać się"(verminderen) ocorre em conjuntos:

Zo blijf ik gezond. Zorg begint bij de huisarts.