1. single
Holandês palavra "singiel"(single) ocorre em conjuntos:
2 pierwsze rozdziały2. alleenstaand
een alleenstaande moeder
1. alleenstaande moeder, 2. alleenstaand huis, 3. een alleenstaand geval
3. vrijgezel
Met als uitleg dat ze niet en een echtgenote konden onderhouden, en een vliegtuig, bleven de twee broers levenslang vrijgezel.
Ze bleef heel haar leven vrijgezel.
4. alleenstaande man
Holandês palavra "singiel"(alleenstaande man) ocorre em conjuntos:
Ouderen zijn hier erg zelfstandig.