1. barst
De kruik gaat zolang te water tot ze barst.
Het kan me geen barst schelen!
2. de breuk
Holandês palavra "pęknięcie"(de breuk) ocorre em conjuntos:
Usłyszane 703. Breuk
4. Spleet
5. de kier
6. kraken
Hij liegt dat de muren kraken.
7. de scheuren
Holandês palavra "pęknięcie"(de scheuren) ocorre em conjuntos:
rzeczowniki/zelfstandige naamwoorden8. het kiertje
Holandês palavra "pęknięcie"(het kiertje) ocorre em conjuntos:
12. Hier komt het ontbijt!