1. de docent
Holandês palavra "nauczyciel"(de docent) ocorre em conjuntos:
Van Start 1 Kennismaken en begroetenhoofdstuk 1A pierwsze 2 strony6/3 Sorry, ik kom wat laterBoom, de opmaat, thema 1Wszystkie słówka2. leraar
Ik was leraar.
Zelfs een leraar maakt al eens een fout.
Aan wie van u twee heeft de leraar de prijs gegeven?
De leraar demonstreerde veel natuurkundige experimenten.
Laten we de les vandaag beginnen met het boek op bladzijde 156, zei de leraar.
Waarom wil mijn klasgenoot onze leraar niet ontmoeten?
De studente die voor de leraar zat, komt uit Duitsland.
Ik ben erin geslaagd de leraar mijn idee te laten verstaan.
In Sovjet Rusland leert de les de leraar!
Toen de leraar begon te roepen, hielden ze op met wat ze bezig waren en liepen ze naar buiten.
Ge kunt ook raad vragen aan uw leraar.
Leerlingen in het algemeen waarderen een leraar die hun problemen verstaat.
Heb geen schrik de leraar aan te spreken; als ge iets niet verstaat, doe dan zelf iets.
Met een droevig gezicht luisterde hij naar zijn leraar.
Indien de leerling beter zijn les kende, zou de leraar hem niet straffen.
Holandês palavra "nauczyciel"(leraar) ocorre em conjuntos:
Slowka holenderski3. de leraar
Mijn vader is een goede leraar.
Holandês palavra "nauczyciel"(de leraar) ocorre em conjuntos:
Hoofdstuk 5 - Taak 1Niderlandzki modulySŁOWKA NIDERLANDZKIE4. docent
Hij is geen docent.
Ik hoor de docent niet.
Holandês palavra "nauczyciel"(docent) ocorre em conjuntos:
wek, beroepen5. de juf
Holandês palavra "nauczyciel"(de juf) ocorre em conjuntos:
Weekend en vrije dagenWszystkie słówka