1. verliefd
Ik ben op de vrouw van mijn baas verliefd geworden.
Alle jongens waren verliefd op Julia.
Hij wordt vaak verliefd.
Ik ben verliefd op jou.
Ik was verliefd op het eerste gezicht.
Hij werd verliefd op het meisje.
Wie is niet verliefd op haar?
Je maakt me altijd verliefd met je tederheid.
Romeo is de man waarop Julieta verliefd is.
Lijk ik verliefd als ik spreek?
Ik was 13 jaar oud toen ik voor het eerst verliefd werd op een meisje.
Zodra ik haar zag, was ik verliefd op haar.
Jeff denkt dat hij nooit verliefd zal worden.
We zullen nooit opnieuw verliefd worden.
Zijt ge al verliefd geweest op een jongen?
Holandês palavra "enamorado"(verliefd) ocorre em conjuntos:
Laatste woordjes spaansHoofdstuk 6 Spaans