1. paard
Dit is een paard.
Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.
Het hinkende paard komt achteraan.
Wie paard of vrouw zoekt zonder gebreken, die mag zijn werk wel in de steek laten en bedenken dat zijn bed en stal voor eeuwig leeg zullen blijven.
Het paard springt.
Jong te paard, oud te voet.
De twaalf dieren van de Chinese dierenriem komen van elf diersoorten die in de natuur voorkomen, met name de rat, os, tijger, konijn, slang, paard, aap, haan, hond en varken, en ook de legendarische draak; ze worden als kalender gebruikt.
Een wijze heeft eens gezegd "Als Esperanto een kunstmatige taal is, dan is mijn auto een kunstmatig paard".
Het oog van de meester maakt het paard vet.
Het paard brak zijn nek toen het viel.
Eigenlijk wilde ik een jonkvrouw zijn in een toren die bewaakt wordt door zeven draken, en dan zou een prins op een wit paard alle draken hun kop afhakken en mij bevrijden.
Het is te laat om de staldeur te sluiten als het paard inmiddels al is weggelopen.
Onze buurman kocht zich een schattig paard.
Waar het paard aangebonden is, moet het vreten.
De jongen reed voor het eerst op een paard.
Holandês palavra "άλογο"(paard) ocorre em conjuntos:
Κινέζικα ζώδια στα ολλανδικά