1. weten
Alles wat iemand over het leven moet weten, heb ik geleerd van een sneeuwpop.
Ik moet weten.
Mocht iemand vragen waar het in het verhaal om gaat, zou ik het echt niet weten.
Geen schrik: ik zal discreet zijn, en niet zeggen wat ze beter niet weten.
Gelieve dit formulier in te vullen en te wachten tot wij iets laten weten.
Ik twijfel op geen enkele manier aan je goeie wil, maar ik wou je iets laten weten.
Meer en meer landen in Europa weten zich geen raad met de groeiende stroom immigranten.
Laat u me het alstublieft zo snel mogelijk weten als u een deel van de conferentiezaal zou willen opzetten om uw producten te tonen.
Er zijn drie soorten onwetendheid: niets weten, slecht weten en niet datgene weten, wat nodig is te weten.
Veel mensen weten niet dat antibiotica niet effectief zijn tegen virusziekten.
Jij en ik weten natuurlijk wel beter dan dat je verkouden zou worden door zonder jas naar buiten te gaan, maar je zult ze de kost moeten geven die denken dat dat wel zo is.
Ik trachtte te weten te komen hoeveel mensen er echt wonen in deze stad.
Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.
Het is plezant om weten dat de schoonheid van Japanse tuinen in geen enkele andere cultuur teruggevonden wordt.
Weten is één ding, het ook doen is heel wat anders.
2. leren
Wanneer je naar het buitenland gaat, is het nuttig om ten minste een paar beleefdheidsformules te leren in de plaatselijke taal.
iemand leren kennen
De gelijkberechtiging en het behoud van de talen zouden enkel kunnen gegarandeerd worden, indien de Europese Unie een neutrale, gemakkelijk te leren, geleidelijk invoerbare brugtaal zou aannemen als hulptaal tussen zijn volkeren.
Om een taal beter te gebruiken, en om ze beter te verstaan, moet men nieuwe woorden leren.
Educatie is dingen leren waarvan je niet eens wist dat je ze niet wist.
We leren uit ervaring dat mensen nooit iets leren uit ervaring.
Ik ben geen aanhanger van de theorie dat je Latijn moet leren om Engels beter te begrijpen.
Dat mensen niet veel leren van de lessen uit het verleden is de belangrijkste les die het verleden ons te leren heeft.
Het hoofddoel van de opvoeding is niet om dingen te leren; nee, het hoofddoel van de opvoeding is om dingen te verleren.
Ik had nooit begrepen waarvoor de eeuwigheid nuttig kon zijn. Ze is nuttig om ons de kans te geven Duits te leren.
Het eerste wat je als beginnend skiër moet leren, is opstaan. Daarna leer je remmen en ploegbochten maken.
Er zijn altijd dingen die ik nooit zal leren, ik heb de eeuwigheid niet voor de boeg.
Esperanto is gemakkelijker dan alle nationale of natuurlijke talen, men kan het dus onvergelijkbaar veel sneller, goedkoper en gemakkelijker ten gronde leren.
Esperanto verandert het probleem, omdat men Esperanto even goed kan leren als zijn moedertaal - en misschien wel beter dan die.
Als de Esperanto-versie van Wikipedia - of andere sites zoals Tatoeba - één van de belangrijkste taalversies wordt, zou dit een publiek van buitenstaanders motiveren om onze taal te leren.